Het aantal oehoes in Drenthe neemt toe
Een artikel in ROEG!
Orginele foto: Andreas Schüring
Het nieuwe jaar begint voor de oehoes met de balts. In januari kan het oehoe-mannetje al indruk gaan maken op het vrouwtje, met onder meer luidkeels gezang en spectaculaire vluchten. Grote kans dat de Drentse populatie van 's werelds grootste uilensoort zich nog verder uit gaat breiden.
Een paartje oehoes broedde in 2019 voor het eerst in Drenthe, in het Drents-Friese Wold. De jaren erna steeg het aantal oehoes in onze provincie. Hans Hasper monitort deze uilen in Drenthe en zag het afgelopen jaar zeven territoria. "Van de zeven zijn vijf paar tot broeden overgegaan. In totaal zijn er drie jongen groot geworden van verschillende paren. Een paar had er twee, een ander paar had er een."
Sneeuwbal-effect
De precieze reden van het mislukken van de andere broedgevallen is niet bekend. Hasper: "Het is altijd zo dat het in een beginnende populatie stroef gaat. Drenthe zit aan de rand van de oehoe-populatie en die schuift steeds verder op."
Hij spreekt van een 'sneeuwbal-effect' zo gauw de oehoe voet aan wal heeft. "In 1997 was het eerste broedgeval in Nederland, in Maastricht. Nu zijn er landelijk 67 paar. De oehoes in Drenthe komen waarschijnlijk uit het oosten, vanuit de groeiende Duitse populatie."
Spektakel
"Van oorsprong zijn oehoes rotsbroeders. Het Duitse laagland heeft geen rotsen, maar wel steengroeves. Toen die vol raakten, gingen ze over op zand- en grindoevers. Die zijn in Duitsland nu ook vol, en ze beginnen te broeden op oude roofvogelnesten. Ook zitten ze wel eens in steden, zoals op de kerk in Haselünne, vlak over de grens bij Meppen. Als je daar op het dorpspleintje zit, dan zie je ze gewoon vliegen, een spektakel!"
Hoekjes
In Drenthe zitten de oehoes in bosgebieden, maar ook op een industrieterrein en bij een bedrijf op een silo. "Er is altijd wel een hoekje waar wat zand en wat steentjes liggen; daar hebben ze genoeg aan." En er moet genoeg voedsel in de buurt zijn, maar de oehoe is niet zo'n fijnproever, die lust onder meer duiven, ratten, vogels, hazen en konijnen. "Van veldmuis tot ree en alles wat ertussen zit. De plaatselijke roekenkolonie in Haselünne is gedecimeerd sinds de komst van de oehoes", aldus Hasper.
Roep
De exacte locaties van de oehoes in Drenthe maakt Hasper niet bekend. Oehoes zijn namelijk bijzonder verstoringsgevoelig, vooral in de ei-fase. Als een broedend vrouwtje verstoord wordt en wegvliegt, lopen de eieren groot risico. Ook al zijn de oehoes zo groot (gemiddeld tussen de zestig en zeventig centimeter) je ziet de vogels niet zo snel in de Drentse natuur. Wel kan je het 'hoe-oe' van ze goed horen. Het zijn standvogels die het hele jaar door roepen, maar in januari en februari vaker vanwege de balts. Vroege legsels zijn er naar verwachting in februari en maart.
Orginele foto: Andreas Schüring
Bron ROEG! RTV Drenthe